afkortingen en termen uitleg

[sylvia]

Hier kun je zien wat een afkorting betekend en wat er nou eigenlijk bedoeld wordt met bepaalde termen op taart gebied.


Afkortingenlijst:
- bbr = banketbakkersroom
- bc = botercreme
- cc = cupcake
- RI = Royal Icing
- ws = workshop



Termenlijst:
- 1:1 = verhouding bij het maken van botercrème 1 deel boter en 1 deel suikerbakkerspoeder
- 1:1:2 = verhouding bij het maken van botercreme, 1 deel roomboter, 1 deel margarine, 2 delen suikerbakkerspoeder
- biscuit = luchtige cake zonder boter
- dijkje spuiten = randje met botercreme spuiten
- how-to = voorbeeld hoe taarten of decoraties gemaakt wordt.
- kapsel = de "kale" basistaart waar je mee aan de slag gaat
- marsefond = combinatie van gelijke delen marsepein en fondant
- smootheren = marsepein of fondant mooi glad over de taart strijken met de handen of een zg. smoother
- Tappits = Tappits zijn een soort lineaaltjes waarmee je letters of andere kleine figuurtjes kunt uitsteken.
- Tylose = een poeder wat ervoor zorgt dat het fondant en marsepein beter uithard
- crisco = een plantaardig vet of shorting om bv bij het uitrollen plakken te voorkomen
- fondant = een suikerpasta
- marsepein = een mengsel van amandelen en suiker. Amandelen is hiervan het grootste bestanddeel
- blanda = een bolvormige schaal en o.a. verkrijgbaar bij Ikea

Marsepein verhoudingen:
50% suiker - 50% amandelen = verhouding 1:1
67% suiker - 33% amandelen = verhouding 1:2
75% suiker - 25% amandelen = verhouding 1:3
80% suiker - 20% amandelen = verhouding 1:4

[Miranda]

Mocht iemand nog een aanvulling hebben op het lijstje, geef het gerust door!